Direct naar de inhoud.

Mensen om je heen

Lettergrootte: AAA

Mensen om je heen

Ze stapte de drempel over, gaf een hand en dat was alles wat er nodig was. Er was meteen een klik tussen cliënt Leo Tammens en Ria Boer van Attenta. Ze kwam aan huis voor een gesprek over een traplift. Leo had te horen gekregen dat hij de spierziekte ALS had. Zijn mobiliteit zou snel achteruit gaan. Om zo lang mogelijk in zijn eigen bed te kunnen slapen, moest er een traplift komen en Ria zou het regelen, maar daar bleef het niet bij. Ria ondersteunde zowel Leo als zijn vrouw Inge in een intensief half jaar dat leidde naar Leo’s overlijden.

Het gemis is nog vers. Inge praat geëmotioneerd maar met een zekere rust over het laatste half jaar van Leo’s leven. ‘Er komt een moment dat je liever wilt dat hij gaat, het kon op een gegeven moment gewoon niet meer.’ Zo bekeken is de dood van Leo te accepteren. Maar nu – acht maanden later- valt de rouw haar rauw op het dak. Ze was al die tijd sterk gebleven, met onverminderde energie zorgde ze ervoor dat thuis alles zoveel mogelijk bleef zoals het was. ‘We hadden zo’n fijn leven, daarvan heb ik de vertrouwdheid willen behouden’, zegt Inge. ‘Als er zoiets ingrijpends gebeurt, kun je dat niet alleen.’

Ria: ‘De ziekte ALS zet alles op zijn kop, het kan snel gaan of langzamer, maar er is altijd het besef dat het leven zal eindigen over niet al te lange tijd. Met dat als vertrekpunt kijken we wat er nodig is. We besloten dat de traplift er zou komen. In sommige gevallen komt er een bed op de begane grond, maar hier was de autonomie van Leo belangrijk’. Lachend denken Inge en Ria eraan terug dat Leo daarbij ook nog kleurwensen had. ‘Ik vond dat hij dat niet kon maken’, zei Inge. ‘Maar als ik daar wat in kan betekenen, dan doe ik het’, reageert Ria.

Ria is één van de medewerkers van het sociaal team van Attenta. ‘Wij zijn er om samen met de betrokkene te onderzoeken wat er nodig is aan zorg. We komen doorgaans één keer, soms vaker bij iemand thuis, maar bij Leo en Inge was meer nodig. Inge gaf aan behoefte te hebben aan een vaste contactpersoon voor afstemming en gesprek.’ ‘Wil jij dat niet zijn?’ vroeg Inge met enige schroom aan Ria. ‘Voor mij was het vanzelfsprekend daar gehoor aan te geven’, vertelt Ria, ‘mijn werk draait immers om passende ondersteuning.’

Als Leo in bed lag, kon Inge haar zorgen en verdriet kwijt bij Ria. Het ging dan om dingen waar ze Leo niet mee lastig wilde vallen. ‘Hij had het al zwaar genoeg met accepteren dat hij aan zelfstandigheid inleverde, daar hoefde hij mijn verdriet niet bij te hebben. Ik heb schatten van kinderen, ze doen alles voor me, maar ook hen wilde ik niet belasten met mijn emoties. Bij Ria kon ik het kwijt. Even praten, even huilen en dan kon ik er weer tegen. Het belangrijkste was dat ik me niet hoefde in te houden, vrijuit praten, dat was zo fijn.’

‘Je bent wel de klos’ zei ze vaak tegen Ria. Zo kijkt Ria zelf niet naar haar rol. ‘Ik doe mijn werk met oprechte betrokkenheid en dan luistert het oor vanzelf. Bovendien is er ook best gelachen. Toen Leo niet meer zelf kon praten, bracht ik de spraakcomputer in huis. Of ik hem even wilde helpen met het uitzoeken van een stem. ‘Doe maar een sexy stem’ zei hij toen. Dat daarachter ook verzet schuil ging wisten we allemaal. Leo leefde van zijn woorden, was heel verbaal. Dat apparaat vond hij dus maar niks, maar zijn verzet loste hij op met humor.’

Het was een zware tijd, die was zwaarder geweest als Ria er niet was geweest. Ook achter de schermen regelde zij van alles. De korte lijnen met de thuiszorg en de ergotherapeut van het ALS-team maakten dat Inge niet zelf allerlei zaken hoefde uit te zoeken en te regelen. ‘Je wilt niet weten wat voor een opluchting dat is, dat scheelt zoveel. Alles was vertrouwd in één hand, zo voelde het.’

Inge woont in een Drents dorp waar de mensen elkaar kennen en voor elkaar zorgen. ‘Dat was heel belangrijk. Er was aandacht voor Leo’s ziekbed, maar ook voor mij. Nu nog.’ ‘Ria komt nog af en toe langs. Dan praten we over deze tijd van rouw en hoe dat proces er met al zijn grilligheid uitziet. Dat heb je nodig, mensen om je heen.’ ‘Schrijf dat maar twintig keer op’, zegt Inge om haar dankbaarheid te bekrachtigen. ‘Mensen om je heen, het is onbetaalbaar.’

© ATTENTA - SOCIAAL TEAM AA EN HUNZE